In Congo zijn veel grondstoffen te vinden, namelijk kobalt, zink, goud, uranium, coltan en diamant. Mobutu profiteerde van de winning van deze grondstoffen terwijl de burgers erg arm waren. In 1997 werd Mobutu verdreven door Laurent-desiré Kabila met hulp van het Rwandese en Ugandese leger. Kabila wilde het land opbouwen tot ergernis van het westen. Congo was altijd een belangrijke bron van grondstoffen voor hen geweest. Kabila was niet van plan om het exporteren van de grondstoffen voort te zetten. In 1998 vielen Uganda en Rwanda Congo binnen. Het lukte hen niet om Kabila ten val te brengen maar ze hielden wel het noorden en oosten, waar de grondstoffen te vinden zijn, bezet. Deze grondstoffen smokkelden ze naar hun eigen land om er geld aan te verdienen. Veel andere landen raakten ook bij het conflict betrokken door deze grondstof.